Haagse vangtechnieken werden niet altijd gewaardeerd door andere duivenvangers. Menig ruzie of knokpartij had zijn oorzaak in de gebruikte vangtechnieken. Niemand gebruikte ze dan ook maar ondertussen waren sommige heel bekwaam geworden in het geheim houden ervan.
Enkele geheime vangtechnieken
- Drijfren
- De weduwe
- Spaarpot
- Buitensluiter
- Gepaard vliegen
- De hoed
De drijfren is een Haagse til die op het grind ligt zonder opsprong. Donkerhokken staan niet zoals normaal circa 50 cm boven de grond maar staan direct op het grind. De voorste schuif staat open en het grind wat op het dak ligt loopt door in de ren van de til. Op die manier heeft een duif niet in de gaten dat hij of zij een andere til inloopt.
Zo werkt het ook met de weduwe methode, let op niet de weduwnaar maar de weduwe werd gespeeld. De weduwe is een ongepaarde en hete duivin die al een tijdje zonder doffer is. Wanneer je een drijfren hebt is dit een succesvolle methode om vreemde duiven te vangen. In de voorschuif worden er een rij rinkels bevestigd. Wanneer de voorschuif dicht is kunnen er wel duiven van buiten de ren in lopen maar niet meer eruit. In de ren zit de weduwe om hete doffers de ren in te lokken.
De spaarpot is een benaming die wordt gebruikt voor de opening die in de bovenschuif zit. Een vreemde duif kan dan in de ren springen zonder dat de hij of zij er uit kan. Aangemoedigd door een springer ander woord voor een doffer die actief van de ene kant van de ren naar de andere kant van de ren springt. De duivenmelker hoeft dan niet thuis te zijn. Een overvliegende duif wordt aangetrokken door het geklapper van de springer en zal nieuwsgierig op de ren landen om vervolgens door de “spaarpot” in de ren te springen.
Een buitensluiter is een doffer die overdag als de duivenmelker van huis is vrij rondvliegt. Meestal heeft hij een donkerhok in de bovenkant van de kiosk met schuif aan de buitenkant boven de ren. Elke vreemde duif die overvliegt zal hij proberen naar zijn hok te lokken. De duivenmelker komt ’s avos thuis in de hoop dat er een vreemde duif bij de doffer in het donkerhok zit.
Om te voorkomen dat een andere duivenmelker jou duif kan vangen. Word een doffer en duivin samen gehouden. Maar apart gevlogen wanneer de vliegende duif dan te ver achter een vreemde duif aanvliegt wordt zijn of haar wederhelft in de lucht gegooid in de hoop dat de duif in de lucht terug vliegt naar zijn of haar partner. Dit werkt nog beter als het koppel één of twee dagen tevoren uit elkaar zijn gehaald. Zo zie je maar dat de manier waarop Horseman kroppers gevlogen worden al lang bedacht was door de Hagenezen.
Ook de hoed methode was al lang bekend bij de Hagenezen dat getuigen foto’s uit 1910. Ik denk dat deze methode ook alweer vergeten is door de meeste Haagse duivenvangers. De tillen waren toen wat minder groot en als je alleen maar een aanvliegplank had. Werd daar een half ronde vang constructie aangezet. De doffer of duif vloog dan lucht op plat wat betekend dat de duif vanuit de lucht direct op de aanvliegplank lande met een vreemde duif achter zich aan. De duivenmelker hoefde alleen maar aan een touwtje te trekken om de hoed of zullen we het op z’n Schots zeggen “the hood” over de aanvliegplank te trekken.
Geheimhouding verzekerd
Er zijn vast nog veel meer geheime vangtechnieken. Dus als je een geheim wil verklappen laat hieronder dan even reactie achter. Ik beloof dat je volledig incognito zal blijven.
Een van de vangtechnieken in de jaren vijftig was de Mickey Mouse. Mijn vader had er een gemaakt van een houten speelgoedauto op wielen. Met een paar vleugels van een uiteraard dode duif kon je zo de vleugels laten wapperen. Aan de Mickey Mouse had hij een touwtje aan weerszijden vastgemaakt. De uiteinden van die touwtjes gingen door een gaatje links en rechts van de kiosk. Nu kon je van binnenuit het autootje heen en weer op de kiosk laten rijden, terwijl de vleugels ook op en neer gingen. Vreemde doffers werden toen der tijd met bosjes gevangen. En uiteraard met bonenpotten gegooid, daar het een zeer illegale manier was van tilduiven vangen. Helaas moet ik bekennen, dat ik ook zo’n Mickey Mouse hanteerde. Nu zou ik dat absoluut niet meer doen.
Heb je daar ook foto’s van Guus.