Birmingham rollers

Het ontstaan van de Birmingham Roller blijft gissen dan wel verborgen in een mystery.
Verschillende autoriteiten zijn er vanuit gegaan dat alle rollende duiven hun oorsprong hebben uit de Oriëntaalse Roller, gekweekt tydens de Middeleeuwen in Turkije en Perzië. De eerste Oriëntaalse roller werden rond 1874 in Engeland ingevoerd.
Vliegende tuimelaars waren al tenminste 200 jaar eerder in heel Engeland te zien.
Alhoewel de Birmingham Roller in 1879 al bestonden in Birmingham City en omgeving. Werden de duiven toen gewoon “vliegende tuimelaars” genoemd. Ze werden onderscheiden naar wat ze presteerden en genoemd naar de stad waar ze te zien waren.
In 1900 kwamen de diepe rollers alleen nog in Birmingham en Newcastle voor. De echte Birminghamrollers draait achterover met een ongelooflijke snelheid over een aanzienlijke afstand als een wervelende bal.

Fokdoel:
1 Nauwkeurig afrollen en zuiver beeindigen van het rollen.
2 Opzij rollen en molendraaien of schroef aan het einde van het rollen is niet wenselijk.
3 Alleen voor het zeer snel in balvorm vertikaal achteroverrollen
4 Nagestreefde roldiepte 2 tot 3 meter (ong. 1 seconde roltijd).
5 Aanzienlijk diepere rollen zijn niet wenselijk, om het doorrollen niet te stimuleren.

De Tien kwaliteiten van de prestatie van de Birmingham Roller in volgorde van belang volgens W.H.Pensom.
1 Snelheid van de beweging.
2 Compacte vorm; voorkomen van een bal.
3 Regelmaat van de prestatie.
4 Frequentie van de prestatie.
5 Snelle aansluiting bij de troep, Geen solo vlieger.
6 Enkel en alleen de achterwaartse tuimeling over de staart. dus geen fantasie van schroefrollen
7 Loodrechte val naar beneden gedurende de rol.
8 Klein gaatje midden in de bal.
9 Gelijktijdigheid van de prestaties van alle dieren van de troep.
10 Diepte van het rollen

Snelheid van de beweging

De tuimeling van de duif ontstaat doordat zij haar kop achterover naar de opgerichte staart werpt.
Gelijktijdig maken de vleugels een op en neerslag voor iedere volledige omwenteling van het lichaam.
De Rol is een opeenvolging van meerdere tuimeligen, uitgevoerd met zodanige snelheid dat we het einde van de ene en het begin van de volgende tuimeling niet kunnen onderscheiden.
Rollerliefhebbers die hun duiven filmden en dan een analyse maakten van de rol aan de hand van slow-motionbeelden, stelde vast dat een uitvoeringssnelheid van 17 omwentelingen per seconde voor een duif geen uiterste was.
Uitspraken over rolsnelheid zijn niet meer dan uitspraken gebaseerd op ondervinding.
Zoals reeds gezegd, iedere omwenteling van het duivenlichaam volgt na een komplete op en neerslag van de vleugels, maar de vleugels slaan zo snel dat we de slagen niet kunnen tellen.
Al wat we kunnen doen is het beeld van de rollende duif vergelijken met een vallende, draaiende schijf (discus).
Zijdelings gezien zullen de zeer snelle duiven een gat tonen in het midden van het tollende lichaam.
Hoe kleiner het gat, op voorwaarde dat het duidelijk zichtbaar is, hoe sneller de duif rolt.
Als duiven laag rond ons vliegen kan je dit vaak goed waarnemen.
Maar wanneer ze recht boven ons rollen, dan kunnen we hun rotatie snelheid schatten aan het patroon van hun hevig klappende vleugels.
Bij een zeer goede duif zal de as van het lichaam en de herhaaldelijke vleugelslagen een hoofdletter “H” beschrijven. Het lichaam is de horizontale streep in de letter, de klappende vleugels de 2 vertikale benen van de “H”
Bij minder goede rollers hoe breder )-( en hoe sneller de rol hoe kleiner de (-).
De snelle rol is afhankelijk van de pluimkwaliteit. Een strak verenkleed bevordert de rolkwaliteit.

Compacte vorm; voorkomen van een bal

Ook zijn er vloeiende rollers die niet over de hoge rotatiesnelheid beschikken en toch dit gat laten zien maar het is dan een grote ovaal in plaats van een cirkel.
Stel je broedschema op afhankelijkheid van de rolsnelheid en vergeet niet dat de vedereigenschappen een zuivere rol toelaten en ook de snelheid een beetje doen toenemen. De beste duiven zijn snel en zuiver in het rollen.

Frequentie van de prestatie

Hoe vaker een duif rolt gedurende een vlucht, hoe hoger zij gewaardeerd wordt.
De limiet is ongeveer twee rollen per minuut gedurende een vlucht van een half uur.
Zelfs één goede rol per minuut is een goede frequentie.
Wanneer een duif meer dan twee maal per minuut rolt of tuimelt zal zij altijd achteraan in het team vliegen en de andere duiven steeds in cirkels doen vliegen.
Jonge duiven die pas beginnen te rollen verkeren dikwijls in deze situatie.
De goede vermeerderen dan hun valdiepte en verminderen de freqentie. Mindere duiven blijven volhouden in hun ondeugd, schade hierdoor is constant uit het team vliegen en moeten daarom verwijderd worden indien ze na twee tot drie weken dit euvel nog niet verleerd hebben.
Iedere liefhebber van vliegende rollers heeft duiven nodig voor zijn team die minstens twee maal per minuut 1,5 á 3m. diep rollen.
Ze zorgen voor aktie in het team en stimuleren de andere duiven tot meer prestaties.

Diepte van de rol

De diepte van de rol wordt bepaald door 2 factoren. Het ene is mentaal en de andere factor is fysisch.
Fysisch gezien zullen snelle spinners ook sneller vallen. Hoe sneller een duif draait binnen een bepaalde tijdslimiet, hoe dieper de rol zal zijn, (minder luchtweerstand, dus grotere versnelling).
Bij goede rollers zal de rotatiesnelheid en de valsnelheid nooit afnemen, ze zullen zelfs eerder iets toenemen tijdens de val.
De beste rollers kunnen hun mentale en fysische energie opsparen om dan een rol tot de limiet uit te voeren.
Wanneer ze deze limiet bereikt hebben kunnen ze twee dingen doen. Ze vertragen waarneembaar tijdens de overblijvende afstand van de rol of ze breken uit de rol op het ogenblik dat de centrifugale krachten te groot worden. De limiet ligt voor zeer snelle spinners bij 10 á 15 meter. Een rol die zich nog verder voortzet zal los en slordig zijn.
Als de inpuls tot rollen te kort van duur is krijgen we ondiepe rollen. Als de mentale prikkeling tot rollen langer duurt dan de tijd die de duif nodig heeft om de limiet van haar prestatie te bereiken. Zullen we duiven hebben die diep rollen maar die de maximumsnelheid niet meer kunnen aanhouden als ze over hun limiet zijn. De duiven waarbij de prikkeling te lang duurt zullen te pletter rollen.
Een goede roller breekt even snel uit de rol als dat ze hem begon. Duiven met onvoldoende fysieke of mentale vaardigheden rijden na de rol nog even op hun start of tuimelen op een verdraaide wijze.

Huisvesting van de Birmingham rollers

Het voordeel van een goede huisvesting van onze duiven is dat ze met plezier vliegen, rollen en hun beste kunstjes vertonen. De rollers zullen zeer dicht bij elkaar vliegen of ze nu gelijktijdig rollen of gewoon vliegen.
Het ideale is een kweekhok en minstens twee kitboxen waar men ten minsten 20 duiven per kitbox kan huisvesten.
Een goed ontworpen kitbox moet klein zijn, goed geventileerd en gemakkelijk te onderhouden zijn.
Heb je meer kitboxen dan ben je vlug geneigd te veel duiven te houden waardoor je ze niet optimaal kan trainen.
Het doel van een kitbox is de duiven rustig te houden en ze tegen weer en wind te beschutten.

Ventilatie is belangrijk

Daar de kitbox een groot aantal duiven huisvest is een goede ventilatie noodzakelijk. Ventilatie gaten onder het dak laat de warme en vervuilde lucht wegstromen. beluchting aan de onderzijde zorgt voor een verse doorstroming.
Door te zorgen dat de duiven hun eigen plekje hebben in de kitbox moet men zorgen voor voldoende zitplaatsen, Een loketkast met zitvlakken van 20×20 cm en 10 cm diep is geschikt voor deze formaat duiven. Een gazen bodem zorg voor hygiene en het bemoeilijkt het paren bij duiven. zodat deze geen eieren zullen leggen in de kitbox. Om een idee te krijgen van een goed duivenhok ga eens bij de echte liefhebbers langs om ideën op te doen.

Voeding voor de Birmingham roller

Vliegende Rollers hebben een behoefte aan een dieet van tarwe, dari en erwten.
Deze granen onderhouden de spieropbouw en beperken vetvorming. Onthoudt de volgende regel, proteïne bouwt de spieren op en vet verschaft energie. Een goed voeder voor vliegende rollers moet minstens 15% proteïne bevatten.
Een van de beste all-round duivengranen is tarwe. Het heeft een proteïnegehalte van 15,2% en het vetgehalte is kleiner dan 1,8%, Daarnaast heeft het nog een koolhydraatgehalte van +/_ 71%
Goede rollers hebben veel spierkracht nodig om de hevige vleugelslagen, die het rollen voorafgaan uit te voeren.
De hoeveelheid voer bepaald de vliegduur, bedoeling is dat de duiven gespierd blijven maar niet langer dan een half uur vliegen.

Voer niet met te grote hand

Voer niet met grote hand,maar hou tijdens het voeren de duiven wel in de gaten want er zijn snelle en trage eters. Trage eters zullen eerder uit het team naar beneden komen, voer deze duiven apart bij en ze zullen in het team blijven vliegen.

Voorbeeld goede mengeling

5 kg. Tarwe
4 kg. Witte Dari
4 kg. Rode Dari
6 kg. Kleine bruine Erwten
1 kg. Wikken
2 kg. Cardy (Safloorpitten)
2 kg. Gebroken Haver
1 kg. Boekweit

Kweken van Birmingham rollers

Kweek alleen met duiven die zich hebben bewezen in de lucht. We moeten die kweekkoppels selecteren die de hoogste percentage goede nakomelingen voortbrengen. Om dit te weten moeten we zeker zijn dat de jongen in het nest wel degelijk van het broedpaar zijn. Daarom is het beste gesloten broedkkasten te maken.
De afmetingen van de broedkasten spelen een grote rol. De minimum afmetingen zijn 45cm diep en 60 breed een hoogte van 35 cm.
Het nestmateriaal kan van alles zijn zoals tabakstelen of beukenhaksel of vouw een krant om de broedschaal. De meeste duivinnen leggen opnieuw als hun jongen 2 weken oud zijn.

Jonge duiven training

Hoe meer duiven je gelijktijdig traint hoe beter. Iedere keer dat je niet rollende duiven aan je team toevoegd, verminder je de neiging tot rollen. Het ideale is 15 tot 30 duiven gelijk op te trainen, grote groepen vliegen rustiger en zullen vlugger met rollen beginnen. hHt samen laten vliegen is dan ook heel belangrijk.
Jonge duiven hebben veel vlieguren nodig om zich te kunnen ontwikkelen, vlieg daarom de duiven 1á 2 keer elke dag. Observeer de jongen zo veel mogelijk. Heb je gebrek aan discipline en begrijp je de samenhang niet tussen een afgemeten voeding en training. Vergeet het dan maar dat je ooit een goed team spinners in de lucht zult brengen.

Toch is een kit rollers trainen niet een moeilijke taak maar om het echt goed te doen is een serieuze consequente trainings aanpak nodig.
Misschien zijn de volgende suggesties nuttig:

1 Voor degenen die met de jonge duiven in de herfst met de competities mee willen doen zijn deze vroege duiven ideaal.
2 In de meeste kit competities is kwaliteit van de rol minder belangrijk, het gelijktijdig presenteren van de kit is het eerste vereiste om te scoren.
3 Om een goeie jonge duiven kit te krijgen is het niet noodzakelijk om vroeg ontwikkelaars te koppelen om goede rollers te krijgen voor een succesvolle competitie.
4 Op lange termijn gezien zullen de meeste duiven pas in het volgend voorjaar volledig ontwikkelt zijn.
5 Een kampioen van de Penson familie begint meestal pas te presteren op een leeftijd van 9 tot 12 maanden en is uit ontwikkelt met 14 maanden.
6 Het belangrijkste is niet de tijd wanneer je gaat koppelen, maar wel dat alle duiven gelijktijdig leggen en dat je dus jongen krijgt van dezelfde leeftijd voor het gemakkelijk trainen van de kit.

Het is belangrijk om een bepaald aantal jongen per ronde te hebben, ten minste meer dan 20 duiven. Terwijl er meer liefhebbers zijn dan 20-30 jaar geleden, lijkt het tegenwoordig een trend om met minder koppels te kweken, en meer te concentreren op kwaliteit.
Voor op gesteld dat we goede duiven hebben om mee te kweken vind ik dat we meer duiven moeten kweken. omdat het percentage echt goede rollers dan stijgt.
In de jaren 60 kweekte Bill Penson zo`n 400 tot 600 rollers uit 40 koppels per jaar. De vraag naar zijn rollers was enorm en misschien was dit een van de oorzaken dat hij een ongelooflijke hoeveelheid kampioenen had zowel in de lucht als in zijn kweekhokken.

Met dank aan speelduiven.nl

8 thoughts on “Birmingham rollers

  1. Hallo, sinds 1 Mei hebben wij hier een afwijkende duif in de tuin zwart/wit met groen parelmoeren veertjes op de kop en nek met rode poten. Iemand van een duivenvereniging dacht dat het om een Birmingham Roller zou kunnen gaan. Hand voeden lukte wel maar niet aanraken of oppakken. Wij voeren hem verder niet en water drinkt hij uit de visvijver. Voor zover ik kan zien heeft de vogel een groene ring om met wat ik verder kon lezen de volgende gegevens: 2440BRC 2018 NL. Wij wonen in Woonparc Sandur te Emmen in Drenthe. 0591 562112
    Indien u niet weet welke vogel het is kunnen wij altijd informatie vragen en/of laten ophalen door onze dierenambulance dienst in Emmen.

    1. Jazeker ook Birminghamrollers worden graag gegeten. Maar zoek je een redelijk roofvogel proof ras neem dan Escampadissa’s. Geweldig ras en je bent zo van je roofvogels af.
      Ze vliegen heel hoog en op het moment dat er een roofvogel bij komt. Duiken ze naar de grond en vlak boven de grond maken ze een haak. De roofvogel smakt tegen de grond en is vaak gelijk dood. En je Escampadissa vliegt weer omhoog.

  2. ik heb sinds een paar jaar een koppel Birminghamrollers (broer/zus. dus geen eieren uit laten broeden), nu lag de duivin deze week dood in het hok, mijn vraag is, komt de doffer wel weer terug als ik die laat vliegen

    1. Wat leuk, hoop dat je ook heb kunnen genieten van hun capriolen.
      Maar goed als de duivin dood is dan gaat de doffer op zoek naar een nieuwe liefde.
      En normaliter zal hij een duivin zoeken en proberen mee te nemen naar zijn hok.
      Echter kan de duivin besluiten om niet met hem mee te gaan en dan zeggen ze wel is.
      Een …… is sterker dan tien paarden. Dus gewoon een nieuwe duivin voor hem halen
      en je voorkomt dat je doffer in een ander hok terecht komt.

  3. Heb al enkele maanden een Birmingham roller in mij tuin. Nagevraagd op sites maar geen antwoord ontvangen.
    Onderkant van kattenpoepbak onder overkapping opgehangen, dit ziet hij nu als zijn huisje want komt na zijn tumbling en rondjes vliegen telkens weer terug.
    Heb natuurlijk ook voer gekocht met de gedachte de eigenaar te kunnen vinden. Helaas heeft deze tuimel geen ring, dus vraag mij af, wat nu??

    1. Belangrijkste is dat er goed voor gezorgd wordt. En ik heb de indruk dat dat het geval is.
      Elke dag voldoende eten en wat water geven is het enige wat deze duif nodig heeft.

      Om de eigenaar te achterhalen is een ringnummer nodig. Zonder ringnummer wordt het erg lastig.
      Vaak komt de duif uit de buurt maar door de fantastische verzorging denk ik dat u een nieuwe
      hobby heeft gevonden. Niks leukers en dankbaarder dan een duif.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *